In memoriam
Ze verontschuldigt zich zodra ze de deur van haar prachtige appartement op de bovenste etage van Villa Duinstaete in Bloemendaal opendoet: 'Sorry dat ik met die vervelende rollator moet lopen'. Later in het gesprek zal duidelijk worden hoe belangrijk het voor haar is om weer zonder ‘dat ding’ verder te kunnen.
Haar appartement is ruim met opvallend strakke meubels: zowel de stoelen als de vitrage zijn fris appeltjesgroen. 'Een vriendin van mij is binnenhuisarchitect, ik heb het helemaal aan haar overgelaten en ben weer zo tevreden!'
De raampartijen in haar woonkamer reiken van vloer tot plafond en kijken uit over een lieflijk paadje door Park Brederode en hebben zicht op de renovatie van het voormalige Provinciaal Ziekenhuis: een rijksmonument uit 1800, bestaande uit statige gebouwen in classicistische stijl van architect J.D. Zocher.
Op tafel ligt de Elsevier opengeslagen en het Financieel Dagblad. Ze is onverminderd geïnteresseerd in de wereld om haar heen. Ze is 96 jaar en woont hier nog niet zo lang. Het is niet moeilijk om haar te omschrijven: één en al charme en pit. In eerste instantie kwam ze revalideren na een gebroken heup, maar ze realiseerde zich dat ze het ouder worden serieus moest nemen: 'Langer alleen wonen in mijn huis in Amstelveen zou onverstandig zijn. En eerlijk gezegd had ik ook geen fut meer om elke avond te koken. Ik vond de zorg hier zo uitstekend, ik dacht: ik blijf hier gewoon.'
Ze begon ooit als assistent-accountant, maar werd gevraagd om mededirecteur te worden van de AMC-melkfabriek, die later overgenomen werd door de Melkunie. De twee andere directeuren waren man.
Het begon met melk, room en boter maar ze herinnert zich nog de lancering van de yoghurt en de vla. Zij was verantwoordelijk voor de administratie en de financiën. Ze runde de fabriek niet alleen vanachter een bureau, ze ging ook graag bij de boeren langs en zat talloze vergaderingen voor, meestal als enige vrouw: 'Eigenlijk is mijn carrière me overkomen, ik vond het gewoon heel erg interessant. De fabriek was mijn kind.'
Dat het bijzonder was in haar tijd om als vrouw gevraagd te worden voor een plek in de directie, wimpelt ze weg. Op de vraag of haar ouders trots waren op haar, antwoordt ze: 'Mijn vader was ambtenaar en werkte voor de PTT, een heel andere branche en een heel andere functie dus. Maar met hem vond ik het het leukst om te sparren. Ik herinner me nog de aankoop van een ‘rijdende melkontvangst’, zo heet zo’n installatie die bij de boeren de melk kwam ophalen en bemonsteren. Eén zo’n ding kostte wel een kwart miljoen gulden, een geweldig bedrag voor die tijd. Ik denk wel dat hij trots op me was, maar het was vroeger niet zo gebruikelijk om dat te zeggen.'
Op een tafeltje staat een groot porseleinen beeld van een hond, een schnauzer. Haar lievelingsras. Ze heeft er vijf overleefd. Omdat ze directeur was, kon ze haar hond meenemen naar de fabriek. Als ze op stap ging, bleef ‘ie bij haar secretaresse. Misschien vindt ze dat wel het grootste nadeel van ouder worden: dat het niet langer verantwoord is een nieuwe hond te nemen. Bij het naar buiten kijken, geniet ze vooral van de honden die uitgelaten worden: “Je leert hun karakters kennen als je ze iedere dag ziet!”
Over eenzaamheid heeft ze het niet. Een goede vriendin van haar, twintig jaar jonger, komt iedere dag langs: 'Zij heeft haar moeder jong verloren en eigenlijk is zij als een dochter voor me.'
Hoewel ze zich beter voelt dan in tíjden, de heupoperatie en de revalidatie waren heel ingrijpend, is ze er nog niet: 'Kijk, ik vind het heerlijk dat ik weer helder en vitaal ben, maar ik heb nog wel een doel voor ogen en dat gaat me ook lukken: zelfstandig lopen zónder dat ding!' en ze wijst lachend naar de rollator. 'Ze bedoelen het goed hoor, hier. Ze zijn bang dat ik val dus letten ze erop dat ik ‘m overal bij me heb, maar dan onderschatten ze mijn wilskracht, haha!'
Bekijk Villa Duinstaete Lees andere portretten