Reportage Bezoek musuem Beelden aan Zee

13 november 2025

Bewoners van Villa De Kleine Heide brachten een bijzonder bezoek aan Museum Beelden aan Zee in Scheveningen. In het kader van het programma ‘Beelden aan Zee blijft je bij’ ontdekten zij samen moderne beeldhouwkunst, deelden herinneringen en lieten zich meevoeren door muziek, beweging en gesprek.

Met het programma ‘Beelden aan zee blijft je bij’ biedt Museum Beelden aan Zee een kunstprogramma voor mensen met beginnende dementie of een andere vorm van cognitieve beperkingen. Het programma is geïnspireerd op het Meet me at MoMa-programma van het Museum of Modern Art in New York. Samen bekijkt men, in een ontspannen en positieve sfeer, een aantal kunstwerken. Alle villa’s van Zorggroep De Laren brengen een bezoek aan het museum, waarmee de zorggroep een speciale samenwerking heeft. Vandaag is het de beurt aan villa De Kleine Heide.

Hardop kijken

Terwijl de bewoners van de villa in het Brabantse Son en Breugel met een touringcar en drie begeleiders onderweg zijn naar Scheveningen, kijken de rondleiders van het museum al uit naar hun komst. Een van hen, Godelieve vertelt over het speciale programma: ‘Het gaat om een interactieve manier van met kunst omgaan. Hardop kijken noemen wij het, het gaat niet om weten of om verstand van kunst hebben, maar om de beleving ervan.’

In vier onderdelen maken de bezoekers, die al op leeftijd zijn en in sommige maar zeker niet alle gevallen enige vorm van dementie of cognitieve beperkingen ondervinden, kennis met moderne en hedendaagse beeldhouwkunst. Eerst kijken zij alleen maar, daarna stellen de begeleiders objectieve vragen over het werk (bijvoorbeeld met betrekking tot kleur, vorm en materiaal), gevolgd door meer subjectieve vragen. Tot slot worden de bezoekers uitgenodigd associaties te maken tussen de werken en hun leven. Godelieve: ‘Met de kunst openen we registers bij de mensen die meestal nog goed intact zijn.’ De rondleiding biedt toegang tot het langetermijngeheugen en persoonlijke ervaringen, waardoor sociaal contact gestimuleerd wordt. Hierdoor neemt het zelfvertrouwen en gevoel van waardigheid toe.

Aankomst in Scheveningen

De bus arriveert. Elf bewoners van De Kleine Heide worden bij binnenkomst eerst op hun gemak gesteld en krijgen een kopje koffie. Ze worden vergezeld door locatiemanager Gino Houtzager, gastvrouw Marsja en zorgmedewerker Fauzia. ‘De mensen hebben er echt naar uitgekeken’, vertelt Gino. ‘We hebben veel activiteiten in de villa. Zo gaan we dit jaar ook naar de Philips Fruittuinen geweest en het Van Gogh Village in Nuenen. Daarnaast doen we veel in de villa zelf, proeverijen bijvoorbeeld. Maar dit is wel echt een bijzonder uitje, zeker ook omdat we in de villa ook een aantal beelden van dit museum hebben staan.’

De bewoners worden opgedeeld in twee groepen die elk onder begeleiding van de museumrondleiders twee tentoonstellingen bezoeken: Oceanic van de Britse kunstenares Tania Kovatz en Pas de Deux, waarin de “Petite Danseuse de Quatorze Ans” van Edgar Degas een dialoog aangaat met Ryan Ganders’ hedendaagse herinterpretaties van deze beroemde ballerina.

Het duikpak als mal

‘Ik denk dat ik benen zie, benen met een figuur eronder’, antwoord een mevrouw desgevraagd, al kijkend naar een werk van Tania Kovatz. Iemand anders ziet in het werk een figuur die van wanhoop op de grond ligt en weer een ander een verongelukte militair.

Het zijn inderdaad benen, bevestigt rondleider Anneke, en ze vraagt wat de bewoners van De Kleine Heide opvalt aan deze benen. ‘Het ene lijkt dikker dan het andere’, observeert iemand. ‘Had ze niet genoeg cement om de benen allebei even dik te maken?’ Haar buurvrouw giechelt: ‘En ik mis iets

tussen die benen, we zien niet of het een jongetje of een meisje is.’ Een meneer vraagt of het inderdaad cement is, waar het werk van gemaakt is. Zelf dacht hij aan gips. Of papier maché. ‘Het is beton’, vertelt Anneke. En wat er ontbreekt aan deze benen, zijn voeten! De groep knikt instemmend. Op dat moment komt Godelieve aanlopen met een zogenaamd wetsuit. ‘Zien jullie wat dit is?’ ‘Zeker! roept een mevrouw die vroeger veel gezeild heeft, ‘dat is een zeilpak, of een duikpak! Heeft ze daar het beton in gegoten?’ Nu valt alles op zijn plaats: je ziet zelfs de naden van het pak nog in het betonnen kunstwerk. Het duikpak heeft als mal gefungeerd. We zien de benen van een duikers, van wie de rest van het lichaam zich onder water bevindt of, in ons geval, onder de vloer.

Is dit nou kunst?

Tanya Kovats houdt van water en van de natuur, legt Anneke uit. Ze wil de natuur onder onze aandacht brengen met dit werk, dat “The Divers” heet. ‘Voelen jullie je ook verbonden met het water, met de zee?’ De tongen komen nu echt los bij de bewoners. Ze hebben allemaal zo hun associaties met de zee. De een komt uit Noordwijk, de ander heeft een vakantiehuisje in Zeeland, weer een ander zeilde vroeger over de Noordzee en een vierde haalt herinneringen op aan het Zandvoortse strand. Een mevrouw vraagt zich toch vertwijfeld af of dit nou kunst is. Zij vindt het maar niks. En dat mag natuurlijk.

Degas’ ballerina tot leven gewekt

Het werk van Ryan Gander is wat dat betreft realistischer en spreekt de meeste bewoners meer aan. Zijn vrouwelijke figuren, die verspreid in de grote zaal te vinden zijn, zijn allemaal gebaseerd op het beroemde “Petite Danseuse de Quatorze Ans” van Edgar Degas. Diens ballerina heeft zich in het hedendaags werk van Gander letterlijk vrijgevochten van haar sokkel en lijkt tot leven gekomen in de wereld van vandaag. We zien haar in allerlei houdingen terug. ‘Hier kan ik echt met plezier naar kijken’ verzucht een mevrouw. Een meneer doet de houding van de ballerina soepeltjes na aan de hand van de rondleider. Een heuse pas de deux, lachen ze.

Muzikale workshop

Het derde programmaonderdeel bestaat uit een workshop in het atelier van het museum. Potlood, papier en stiften liggen klaar. ‘We zijn weer terug op de fröbelschool’, mompelt een bewoner ietwat ironisch, maar even later is hij net als de anderen met zijn volle aandacht bij de opdracht. De rondleiders vragen de groep te bewegen op muziek, maar dan een met potlood of stift in beide handen. ‘Laat u zich maar meevoeren op de maat van de muziek en teken wat in u opkomt’, luidt de opdracht. Sierlijke lijnen ontstaan op “Het zwanenmeer” van Tsjaikovski en zachtjes zingt men mee op “Meisjes van dertien” van Paul van Vliet. Het resultaat zijn bijzondere tekeningen en blije mensen. ‘Echt eens wat anders dit, zo fijn’ vindt een mevrouw en een ander vult aan: ‘Zo emotioneel, ook met die muziek.’ Marsja en Fauzia, die ook vol overgave meegedaan hebben, verzamelen de tekeningen om mee terug naar huis te nemen: ‘Die krijgen een mooi plekje in de villa!’

Wereldburgers van weleer

Na een lunch van soep en verse broodjes wandelen de begeleiders tot slot nog even met hun bewoners naar de boulevard. Voor ons liggen de zee en het strand, de Scheveningse Pier en het reuzenrad. De zon breekt ook weer door en de bewoners genieten overduidelijk van de warmte, de frisse lucht en het uitzicht. Zo veel herinneringen! Aan de zee, aan Den Haag, aan een overleden echtgenoot die weer even wordt gemist, aan zeilen en aan het strand van lang geleden. De wereldburgers die zij eens waren, komen voor even weer helemaal terug. Als Marsja zegt dat ze nu toch echt terug naar de bus moeten, lijkt het wel of iedereen wat lichter en jonger is geworden in de afgelopen uren.

Uitgelicht nieuws

Direct contact